Wetgeving

Winkelen op internet, per telefoon, post of fax: bescherming van de consument bij kopen op afstand.

De wetgeving “Bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten” (wetsvoorstel 26 861) moet de consument een betere bescherming bieden bij het kopen van goederen en diensten via internet, telefoon, post en andere communicatie technieken. De wet treedt op 1 februari 2001 in werking.

Hieronder geven we een verkorte uitleg: van deze wetgeving, waar die betrekking heeft op onze activiteiten:

Steeds vaker koopt men via internet, telefoon post, fax of via een andere communicatietechniek een product of dienst bij een leverancier met wie hij geen persoonlijk contact heeft. De consument kan het product voor aankoop niet zien en zich, wanneer het een dienst betreft, moeilijk de aard ervan voorstellen. De leverancier of dienstverlener kan gevestigd zijn in een andere woonplaats dan de consument, maar ook in een ander land.

De wet “Bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten” (wetsvoorstel 26 861) is de nederlandse uitvoering van de Europese richtlijn 97/7/EG. Alle landen van de Europese Unie moeten deze richtlijn in nationale wetgeving omzetten.

De wet bevat onder meer verplichtingen voor de leverancier om de consument bij overeenkomsten op afstand tijdig en voldoende informatie te verstrekken. De consument heeft bedenktijd en het recht om de overeenkomst binnen de bedenktijd te beëindigen. De wet biedt de consument een betere bescherming tegen het eisen van betaling voor niet bestelde zaken en geeft meer bescherming tegen agressieve verkooptechnieken. De wet bevat ook een bepaling tegen frauduleus gebruik van de betaalkaart van de consument.

De wet geldt voor alle overeenkomsten die op afstand tot stand komen, maar er zijn een aantal uitzonderingen. De regels gelden onder andere niet voor verkoop bij opbod (internet-veilingen).

Van de belangrijkste bepalingen wordt hieronder een samenvatting gegeven. De samenvatting geeft alleen de grote lijnen weer. Aan onderstaande tekst kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.

Voordat een overeenkomst op afstand wordt gesloten moet de consument tijdig beschikken over voldoende, duidelijke en begrijpelijke informatie. Het commerciële oogmerk van de leverancier moet daaruit duidelijk blijken. Het gaat daarbij onder meer om informatie over:

  • de identiteit van de leverancier;
  • de belangrijkste kenmerken van de goederen of de dienst;
  • de prijs;
  • de wijze van betaling en van levering;
  • de eventuele leveringskosten;
  • de geldigheidsduur van het aanbod of van de prijs;
  • het recht van de consument om de overeenkomst binnen een bedenktijd te beëindigen;

De consument moet bij de uitvoering van de overeenkomst tijdig, maar uiterlijk bij levering, een schriftelijke bevestiging krijgen (tenzij hij deze al voor het sluiten van de overeenkomst heeft gekregen). De bevestiging kan ook per e-mail of op een andere duurzame drager verstuurd worden. De schriftelijke bevestiging moet in ieder geval, naast de hierboven beschreven gegevens, informatie bevatten over:

  • de voorwaarden waaronder en de wijze waarop de consument van het herroepingsrecht gebruik kan maken;
  • het bezoekadres van de vestiging van de leverancier waar de consument met zijn klachten terecht kan;
  • after sales service en garantie;

Bij elke overeenkomst op afstand heeft de consument een termijn van ten minste 7 werkdagen waarbinnen hij de overeenkomst kan herroepen zonder betaling van een boete en zonder opgave van redenen. De consument moet in dit geval de kosten voor het verzenden van de goederen betalen. De leverancier is verplicht om binnen 30 dagen de bedragen terug te betalen die reeds door de consument betaald zijn.

De termijn van het herroepingsrecht gaat in op de dag waarop de consument de goederen ontvangt. De leverancier moet dan wel aan de verplichting van de schriftelijke bevestiging van de informatie hebben voldaan. Indien de leverancier niet heeft voldaan aan de verplichting van de schriftelijke bevestiging, is de termijn van herroeping drie maanden.

De consument kan in een aantal gevallen het herroepingsrecht niet uitoefenen, namelijk:

  • voor diensten waarvan de uitvoering, met instemming van de consument, is begonnen voor de termijn van zeven werkdagen;
  • voor goederen die volgens specificaties van de consument zijn vervaardigd, bijvoorbeeld maatwerk, of die een duidelijk persoonlijk karakter hebben;

De leverancier dient de bestelling binnen dertig dagen uit te voeren, tenzij de consument en de leverancier daarover een andere afspraak hebben gemaakt. Indien een leverancier de overeenkomst niet kan uitvoeren omdat het bestelde goed of de bestelde dienst niet leverbaar is, moet hij de consument daarvan op de hoogte stellen en betalingen die reeds gedaan zijn binnen dertig dagen terugbetalen.

Wanneer de leverancier de consument een goed of een dienst van gelijke kwaliteit en prijs kan leveren en hij deze mogelijkheid genoemd heeft voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst, dan moet hij de consument daarvan op een duidelijke en begrijpelijke manier op de hoogte stellen. In dit geval kan de levering van het goed of dienst niet worden gelijkgesteld aan een niet-gevraagde levering.

Bij het frauduleus gebruik van de betaalkaart van de consument bij een overeenkomst op afstand is de consument niet verplicht tot betaling, mits de consument niet tekort is geschoten in de zorgvuldigheid die hij in acht moet nemen bij het gebruik van zijn betaalkaart.

Het leveren van goederen of diensten met een betalingsverzoek is verboden wanneer de consument geen voorafgaande bestelling heeft gedaan. De consument hoeft in het geval van een niet-gevraagde levering geen enkele tegenprestatie te leveren. Ook het feit dat de consument niet reageert betekent niet dat hij met de levering instemt.

Communicatietechnieken voor individuele communicatie met de consument op afstand, met name telefoon, e-mail en geadresseerde post, mogen slechts worden gebruikt indien de consument hiertegen kennelijk geen bezwaar heeft.

Voor de complete teksten wordt verwezen naar de Europese richtlijn 97/7/EG, het Nederlandse wetsvoorstel 26 861 en Staatsblad 617 van 28 december 2000.